Welkom op onze reisblog, waar je alles kan lezen over onze reis van zomer 2009 tot zomer 2010 door Eurazië. Bij het naar beneden scollen ontdek je de berichten en foto's, per land geordend. Verder zijn we erg trots op onze gedetailleerde materiaallijst en pech-onderwegrubriek. Deze zijn bedoeld als inspiratiebron voor eenieder die een lange tocht per fiets plant, of eenieder met interesse. Je ziet onze route op onderstaande kaart (google maps) en kan klikken op de routelijntjes voor meer informatie over een bepaald stukje (goed mikken). Heb je nog vragen of wil je graag meer informatie over een bepaald deel van onze route, dan mag je altijd mailen naar Bert of Melanie.

Veel leesplezier!

Melanie en Bert

Route


Route weergeven op een grotere kaart

zondag 9 mei 2010

Een serieus epistel

Zo, hier zijn we dan weer, ik had dit bericht al eens getypt, maar toen viel de elektriciteit uit en het systeem werkt hier zo dat alle bestanden die een gebruiker aanmaakt, automatisch gewist worden na iedere sessie. Ondanks de strikt beperkte internettoegang, zit het hier goed vol. World of Warcraft (of toch een spel dat er sterk op gelijkt) is blijkbaar niet geblokkeerd door de overheid. Verstandig, zo is er toch al minstens 1 bevolkingsgroep die kalm zal blijven in deze'problematische'provincie.

Waar zou ik het eens over hebben dit keer. De afgelopen weken hebben alleszins genoeg stof opgeleverd voor een degelijk bericht. Ik zou kunnen verhalen over de hevige winden die hier waaien in dit seizoen en hoe deze je als fietser vleugellam maken. Ik zou het kunnen hebben over de mengelmoes van etnisch Chinezen, Kazakken en Oeigoeren (de laatste twee houden we maar niet uit elkaar) die deze gebieden bevolken en alles wat wij doen uiterst boeiend vinden, al zijn we in onze neus aan het peuteren. Ik zou de adembenemend uitgestrekte landschappen kunnen beschrijven waar we doorfietsen, maar dat laten we misschien beter voor de foto's, die we zullen kunnen uploaden eens we in Kazachstan zijn. Maar het is hier prachtig, dat kan ik al meegeven, fietsgewijs zonder twijfel het spectaculairste deel van onze reis tot dusver. Ik kan het iedereen aanraden, maar kies bij voorkeur een minder winderig seizoen, het najaar moet ideaal zijn naar het schijnt, qua weer en ook qua landschap. De zomer zou wel eens iets te warm kunnen zijn, met woestijn in de buurt en zo.

Als ik dan iets moet uitkiezen om te vertellen, misschien moet dat de politie dan maar zijn, die hier voor een witte fietser even vertragend werkt als de wind. Dit is volgens ons te wijten aan een mengeling van overbemanning, inefficiente en regelrechte incompetentie, een cocktail die garant staat voor een barstende hoofdpijn. Ieder boeregat heeft hier zijn eigen politiekazerne, meestal het mooiste gebouw van het dorp, met modern ingerichte bureautjes, nieuwe computers, een vers gemaaid gazonnetje, wagens en goedgemutste jongens in blinkend uniform. In tegenstelling tot de landen die ons nog te wachten staan, lijkt de Chinese politie niet corrupt, ze worden dan ook degelijk betaald, of zo vermoeden we. Het probleem is echter dat deze mannen met teveel zijn en niets te doen hebben. Een witte fietser lijkt een aantrekkelijke afwisseling. Onder het mom van een identiteitscontrole worden we meestal binnengevraagd in het kantoor voor een informele babbel. Hier is toch niets mis mee, hoor ik u denken, en dat denken onze vrienden in uniform vast met u mee. Zij het niet dat ze er steevast niet in slagen om de gegevens van ons paspoort over te nemen. Nochthans staat daar een Chinees visum in, compleet met Chinese karakters om te verduidelijken wat nu precies onze naam is en wat het number van ons paspoort. Meestal weigeren ze er zelfs maar aan te beginnen voordat er een zogenaamde 'tolk' is opgetrommeld. Meestal komt zij, het is altijd een zij, na een half uur opdagen, om vragen te stellen als "What is your name?" en "Where are you from?". U begrijpt dat dit niet prettig is, zeker als het steeds opnieuw gebeurt, en we ons veel moeite getroosten om de man in functie herhaaldelijk op die Chinese karakters op ons visum te wijzen. Zonder resultaat, het lijkt onmogelijk hieruit wijs te geraken, blijkbaar is het voor hun ook Chinees. Een extra complicatie is dat we ons behelpen met kopies van onze documenten. Onze echte paspoorten liggen immers bij het Kazachse consulaat, die voor ons een mooi visum aan het schilderen zijn. Maar goed, na dit vijf keer uit te leggen, en een kopie van onze documenten achterlatend, mogen we meestal gaan.

Op een middag werden we tot halt gebracht door een heuse stofstorm, waartegen wij ons verscholen in de lokale eetkeet. Omdat het maar niet beterde, hebben we gevraagd of we onze tent mochten zetten op hun binnenkoer, die wat beschutting gaf tegen de wind. Dat was geen probleem. We besloten om de volgende dag om vijf uur 's morgens al te vertrekken met de fiets, omdat de wind dan typisch minder fel is. We kropen dus op tijd onder het dons, om rond een uur of tien, we waren net aan het wegdommelen, gestoord te worden door geroep en geschud aan onze tent. U raadt het al, het waren onze vrienden van de politie. Het hele dorp was al langsgeweest voor een foto met de 'witten', maar het schoon volk komt later. Ja, daar gingen we weer, papieren laten zien, niet begrijpen, mee naar het bureau, waar er natuurlijk niet meer begrepen wordt. Wat daar wel kan, is een beetje voornaam doen achter een computer, doen alsof je iets bezig bent met die papieren in je hand. "Please wait", zegt de snuggerste van het gezelschap, met enige fierheid over zijn engels, wat zoveel betekent als "wij weten ook niet wat verder moet gebeuren." Maar wij weten ondertussen wel wat er moet gebeuren: blijven aansporen tot aktie is de boodschap. Melanie is daar erg bedreven, ze blijft de mens ons Chinese visum voor de neus houden, wijzend op de Chinese karakters. Komaan vriend, schrijven, hierzo, dat is onze naam, en die datum moet ge ook hebben. De beambte wordt een beetje zenuwachtig en, voorspelbaar, belt de 'tolk'. Deze blijft steeds dezelfde vragen herhalen, met als hoogvliegers "can you spell your name please" (te weten dat ze tolkt voor de mens die nog steeds onze papieren in zijn handen heeft) en, zo mogelijk nog erger, "can I help you?" Er wordt ons gevraagd verder te wachten. Waarop? "Tot de tolk er is." Melanie krijgt het voor elkaar dat we in onze tent mogen wachten en dat ze met de tolk tot bij ons komen, we zitten ondertussen immers al een uur voor niks in het politiebureau. Ze arriveert nog een uurtje later. Weer worden dezelfde vragen afgevuurd, en wij blijven onze antwoorden herhalen, en de tolk blijft begrijpend knikken. Uiteindelijk mogen we dan toch gaan slapen. Heel het gezelschap kaart nog eens na in de eetkeet, alias café, er is nog een caferuzie, en dan uiteindelijk wordt het stil. Ondanks de drastische inkorting van onze nachtrust, staan we om vijf uur gepakt en gezakt voor de poort, die gesloten blijkt. Jammer voor onze gastheer, maar we maken hem wakker (we hadden de tolk immers herhaaldelijk gemeld dat we om 4u zouden opstaan). Deze vraagt ons binnen en overhandigt ons een briefje van de tolk waarin ze vermeldt dat we ons in het volgende stadje, 30 km verder, moeten registreren bij de politie, waarschijnlijk omdat zij er niet in geslaagd zijn. "Otherwise they will punish you," weet ze er nog aan toe te voegen. Dan gebeurt het vreemdste aan de hele historie: onze gastheer staat weigerachtig tegen het openen van de poort. Een zachte, maar dwingende hand van Melanie is nodig om de mens er toe te bewegen de poort voor ons te openen, terwijl hij half in paniek aan het telefoneren is. Wat is er hier aan de hand? Dit lijkt op het plot van een grimmige Waalse film. Maar goed, wij "ontsnappen" en zijn weldra in de buurt van de volgende stad. We zijn nog aan discussieren over het al dan niet bezoeken van de lokale politie, en hebben er eigenlijk weinig zin in, als daar al een escorte voor ons klaar staat. Twee dienstkloppers rijden met zwaailampen voor ons uit naar het kantoor, waar er, zoals verwacht, niets gebeurt ("please wait"). Wij mogen iets gaan eten ondertussen. Als we terugkomen, liggen onze vrienden vrolijk te slapen achter de receptie, het is dan ook nog vroeg in de morgen en de normale diensten zijn nog niet open. Als we nog ergens willen geraken vandaag, is het nu de tijd om het heft in handen te nemen, besluiten we. We maken er eentje wakker, Melanie neemt hem bij het handje, naar een kopiemachine, laat hem onze velletjes kopieren, schrijft er nog een keurig briefje bij in het engels, en weg zijn wij, een verbouwereerde beambte achterlatend. Maar we worden niet tegengehouden, noch achtervolgd. Op naar het volgende politiebureau.

Dat komen we de volgende dag tegen, op een geschikt moment: we hebben al een eind gefietst en het waait hard. Bovendien is deze mens zo vriendelijk en pakt hij het zo goed aan dat je onmogelijk boos kan worden. We maken gebruik van de sanitaire faciliteiten, drinken een kopje thee, vullen onze flessen, en weldra kunnen we gaan.

Dan zijn we enkele dagen verder, in het grensgebied met Kazachstan. Waar we al drie weken op aan het hopen zijn, gebeurt eindelijk: we hebben de wind in de rug! We plannen dus nog een flink eind te fietsen die namiddag. Maar wie staat daar langs de rand van de weg, straffer dan de wind? Niet de politie dit keer, maar hun vrienden van de douane. Zelfde verhaal. Papieren, niet begrijpen, wachten. Ondertussen mag iedereen anders voor, terwijl wij aan de kant mogen blijven staan. Dit pikken we niet, wij worden boos, houden de voorkruipers tegen en eisen dat ze onze zaak eerst afhandelen, ieder op zijn beurt. Ze moeten tenslotte enkel onze naam en paspoortnummer in hun grote boek schrijven. Deze taktiek lijkt niet te werken, deze mensen hebben weinig begrip voor de woede die wij tentoon spreiden, ze weten dan ook niet dat iedere jan met een pet graag wat tijd voor ons uittrekt. Ok, we hadden misschien beter moeten weten dan zo uit te vliegen tegen mensen in functie, maar soms versnelt het de zaken ook. En je boosheid opkroppen is ook niet gezond. Hoe dan ook, dit keer wordt er een punt van gemaakt dat we onze echte paspoorten niet bijhebben. Er komen verschillende tolken aan te pas, die steeds blijven vragen naar onze echte paspoorten, dat we ze moeten tonen. We moeten mee terug naar het bureau in de naburige stad, waar we vandaan kwamen, omdat daar de vervelendste van het gezelschap, de hoogste in functie, stoer achter zijn bureau kan zitten. We krijgen een escorte van zes (zes !) en twee wagens om ons tot daar te begeleiden. Teveel tijd, overbemanning, ik zeg het u. Er wordt gebeld naar onze vriendin in Urumqi, die voor ons onze paspoorten is gaan halen bij het consulaat en ze per post gestuurd heeft naar de stad naar waar we op weg waren, en goede 60 km van het stadje waar we op dat moment vastzitten. Zij begrijpt engels, en zo hebben we tenminste toch een echte tolk en krijgen we onze situatie uitgelegd. We horen dat we in de stad moeten blijven vanavond, en dat we morgen per politie-escorte naar het postkantoor in de volgende stad zullen rijden zodat de heren onze echte paspoorten kunnen bekijken (ondersteboven waarschijnlijk, zoals onze kopies). Ze zullen ons daarna ook terugbrengen, maar wij betalen voor de rit. Dat zal zijn, niks van, als zij zo graag onze pas zien, mogen ze rijden, maar betalen doen we niet, dit ruikt trouwens toch een beetje naar corruptie. Onze vriendin aan de telefoon geeft de boodschap door aan de dikke baas, die daarop de telefoon dichtsmijt en het kantoor verlaat. Ondertussen brengt de andere tolk de absurdste van al haar uitspraken: "If you have any troubles, you can tell us." En dit zegt ze heel gemeend, met de meest bezorgde en vriendelijke glimlach. We staan perplex, het enige dat we kunnen, in een soort wanhopig lachen uitbarsten, lucht wel op. Dan komt de dikke baas weer binnen, hij is met zijn chefs gaan spreken, en we mogen gaan. We mogen gewoon gaan, we hebben misschien drie uur wind mee verloren, maar we zijn blij, heel blij dat we toch nog verder kunnen die dag.

De dag erop komen we aan in Bole, toch nog volgens plan, waar we onze paspoorten terugvinden bij de post. Het is een blij weerzien, slechts een minpuntje: de mannen van de Kazachse ambassade hebben de verkeerde data op ons visum gezet. Daarvoor zijn wij dan drie keer langsgeweest op hun consulaat, navragen, papieren invullen en het enige dat ze moeten doen, doen ze fout. We gaan onze opties na, en het enige dat we kunnen doen, is dan toch de bus terugnemen naar Urumqi. En hier zijn we nu, terug in de stad waar we al twee weken gesleten hadden met het aanvragen van visa. Maar goed, er zijn ergere plaatsen op de wereld om vast te zitten. Massages, goed gaan eten, een fijn hotel, dat is hier allemaal spotgoedkoop. Bovendien kennen we hier al wat volk, het meisje van de jeugdherberg, de Japanse uitbater van "Fubar" (die o.a. Westmalle Triple en Rochefort 10 serveert, en waar je anderstalige boeken kan ruilen) en heeft de jeugdherberg nog een aantal DVD's die we nog niet gezien hebben. 

Bert

3 opmerkingen:

  1. Jaja vakantie is precies toch niet altijd vakantie. Maar wees getroost, sommige mensen maken dat op een gans leven niet mee. Dus toch een hele levenservaring voor jullie.

    papa Miel

    BeantwoordenVerwijderen
  2. what the fuck???
    shit man... respect jongens

    trouwens grappige naam van da café; fubar is een acroniem voor Fucked Up Beyond All Recognition/reason (wat misschien ook over jullie gevoel kan gezegd worden na het gedoe met de data...)

    ma goe, laat de moed nie zakken en rij maar wat sneller, dat ge daar snel weg zijt...

    toedeloe

    BeantwoordenVerwijderen
  3. de uitvinder van het internationaal passport -Hai Jin Tao- is een inmiddels 113 jarige Urumquinees die bij iedere passportcontrole auteursrechten mag opstrijken.
    hij investeerde in een privé politie- en douanemacht die de naburige streken bemannen.

    Uw steun en toeverlaat mailt u deze keer voor de verandering vanuit zijn bad, op de tonen van Discobar Galaxy met een Westmalle DUBBEL in de hand (bach... hou niet van trippel).

    Bedankt trouwens voor de meer dan zorgvuldig verzorgde brief. Kunnen jullie nog een adres nalaten waar ik jullie terug kan schrijven?
    Er is veel vette roddels over het nieuws hier: gevallen regeringen en een pedofiele priesters-explosie (altijd geweten dat monseigneur vangheluwe niet zomaar zijn vinger in onze cocktail saus kwam steken, toen hij bij ons, ksa jongens in lourdes op bezoek kwam...)

    BeantwoordenVerwijderen